Spelen is het nieuwe werken

Werk kan veel leuker kan zijn dan je dacht. Het geheim zit in het opfrissen van iets waar je als kind heel goed in was: spelen. Misschien ben je er nog steeds goed in, maar pas je het niet toe op je werk. Wat spelen zo leuk maakt, is dat het veel zintuigen prikkelt en dat het je altijd uitdaagt om net iets verder te gaan. 

Wat heeft dat te maken Sturen op Resultaat? Spelen is het meest uitdagend als het een richting heeft. Er is een gemeenschappelijk doel en je kunt strategie ontwikkelen. Zo gaat waardevol werk voelen als spelen.

Spelen brengt je in de flow

Als je je weer inbeeldt wat spelen zo leuk maakt, dan herinner je je misschien dat je onder het spelen in een soort flow kwam. Je probeert van alles en reageert moeiteloos op de obstakels die op je pad komen. Sterker nog: wat eerst een obstakel lijkt, kun je met wat fantasie omtoveren in iets wat het spel alleen maar leuker maakt. En als je dat zelf niet lukt gillen je vrienden altijd wel een idee. Je voelt je oppermachtig, als de held uit je kindertijd. Je bent apetrots en laat aan iedereen zien wat je voor elkaar hebt. Hoe fantastisch zou het zijn als je dagelijks kan genieten van deze flow? En als je er nog voor betaald krijgt ook? 

Resultaten inspireren

Spelen – zoals kinderen dat doen – is vaak naar binnen gericht. Je bent bezig met je eigen plezier. Je kamer wordt er niet opgeruimder van, en de vaat niet schoner. Als je je salaris wil verdienen zul je ook een externe focus nodig hebben.

Je houdt bij wat werkt, en leert welke inspanningen waardevol zijn voor de organisatie. Bij sport staat dat op het scorebord, op het werk maak je hier Progress Metrics van. Dat zijn indicatoren die de voortgang aangeven richting je doelstelling.

Een voorbeeld. Bij voetbal moet je meer doelpunten maken dan de ander. Dan win je. Je kan dus op elk moment van de wedstrijd zeggen dat het verschil in doelsaldo iets zegt over hoe dicht je bij de overwinning staat. Sta je 4-2 voor, dan is het verschil in doelsaldo 2 punten. De kans is dan best groot dat je gaat winnen. Elk punt voorsprong vergroot de kans op een overwinning. Het verschil in doelsaldo is dus een Progress Metric.

Een ander voorbeeld. Voor een succesvolle webshop is het nodig dat er bezoekers komen op je productpagina’s. Hoe meer bezoekers, hoe groter de kans dat je veel producten verkoopt. Het aantal bezoekers op product-detail-pagina’s is dus je scorebord om het spelletje ‘Succesvolle website’ te winnen.

Je moet schieten anders kun je niet scoren

Een legendarische voetbal filosoof merkte op dat je moet schieten om te scoren. Dat geldt ook op de werkvloer. Alleen naar het scorebord staren levert niet veel op, net zo min als eeuwige plannenmakerij. Je kunt dus beter heel proberen en experimenten doen. Met een beetje geluk scoor je. En als je niet scoort, heb je in ieder geval iets geleerd!

Wat je leert, heb je bovendien uit betrouwbare bron. Je hebt het niet uit een analyse, gebaseerd op aannames, maar je hebt het uit een experiment met tastbare resultaten. En terwijl je het experiment met je collega’s bespreekt krijg je ook steeds meer ideeën van hoe het anders kan.

Conclusie: prikkels, praten en proberen

Spelen is een briljante bron van waardevolle ideeën. Goede ideeën hebben we hard nodig in onze complexe wereld. Je kan van werk spelen met drie P’s: prikkels, praten en proberen.

  1. Prikkels. Dit is je scorebord. Je kijkt naar Progress Metrics die aangeven hoe effectief je bezig bent.
  2. Proberen: De mindset om alles wat je doet als experiment te zien om nóg slimmer toegevoegde waarde te verwezenlijken.
  3. Praten. Het bij elkaar leggen van meerder perspectieven om de juiste conclusies te trekken.

Sturen op Succes is een aanpak die deze elementen bij elkaar brengt. Het ondersteunt de lerende organisatie op weg naar maximale toegevoegde waarde. Voor elk van de drie componenten zijn praktische handvatten en best practices. Interesse? Bestel het boek!

Wat is jouw inzicht?

%d bloggers liken dit: